
De Ambtenaar – Deel Vijf
Weet je het nog? Vorige week in Deel vier van de Ambtenaar, kwam ik erachter dat definitie van ‘lekker eten’ en ‘luxe uit eten gaan’ nogal kunnen verschillen. Wat een sublieme avond had moeten worden, werd een avond in restaurant Subliem. Kortom, één en al deceptie toen hij mij ook nog vroeg de rekening met hem te splitten.
Tsja. Wat doe je dan he? Nogmaals, het gaat natuurlijk niet om het geld. Maar wanneer ik tegen iemand zeg “ik neem jou lekker mee uit eten” ga ik vervolgens niet de helft van de rekening vragen. Maar goed. Wie ben ik? Ik laat mij uiteraard niet kennen. “Ik heb geen contact geld bij me, dus geef je rekeningnummer maar door, dan maak ik morgen de helft naar je over.”
Zo gezegd zo gedaan. Hij ging richting de kassa om de rekening te betalen. “Zullen we nog ergens een drankje doen?” vraagt hij. “Ja! Ik lust wel een borrel. Bloody Mary’s bij Dodici?” Hoe dan? Waarom? Dat vraag ik mij, tot de dag van vandaag, af. Waarom zei ik niet dat ik gewoon lekker naar huis wilde. Dat het gewoon klaar was. Dat ik een kutavond heb gehad. Dat hij irritant is. Dat ik hem niet leuk vind. Maar goed. Vijf minuten later zit ik dan toch in Dodici.
Gelukkig had ik eerder die avond al een ‘safety net’ ingebouwd. Wanneer ik in mijn ‘aandacht maakt alles mooier’ vibe zit, in combinatie met veel alcohol, dan kan het wel eens voorkomen dat ik mijn dates de wereld beloof. Die zelfkennis heb ik onderhand wel opgedaan. Zodoende had ik rond een uur of 17.00 ‘s middags mijn zusje gevraagd mij rond 22.30 te appen. Een app met de mededeling dat een feestje in Haarlem uit de hand is gelopen en ze vanavond bij mij thuis slaapt.
Onwijs subtiel en stukken minder ongemakkelijk dan nep huilen. Je weet wel, zo’n telefoontje met het bericht dat de nicht, van de tante, van de buurvrouw van jouw oma is overleden. Om vervolgens compleet overstuur en ontroostbaar naar huis te kunnen. Nee. Ik vond dit alternatief een stuk subtieler. Makkelijker uitvoerbaar ook. Mijn zusje, kleine held dat ze is, stuurde zelfs, kom je ook nog even langs?
In Dodici werd, zelfs met alcohol, de sfeer er niet beter op. Na de derde plaspauze te hebben ingelast, moest ik toch iets bedenken het gesprek gaande te houden. Ik had hem niets te vertellen. Hij mij overduidelijk ook niet. “Bruce Willis & Josh Hart” roep ik in een laatste wanhoopspoging, na de 37ste ongemakkelijke stilte, tegen hem. Uiteraard wetende dat hij een film fanaat is. “Uhm, lucky number slevin?”. Oke. Check. We hebben iets om deze bloody mary sneller weg te krijgen. Films raden.
Zonder enige moeite betaalt hij de rekening bij Dodici. Ik gok, denkend dat hij toch nog de helft van de rekening krijgt. Hij brengt mij netjes naar huis. Waar hij, zeker na de ‘onwijs gezellige’ avond, overduidelijk het idee heeft dat hij mag blijven slapen. Uitgebreid staan we te zoenen tegen mijn voordeur aan. Alles wijst erop dat hij mee naar binnen wil. “Bedankt voor de fijne avond. Ik ga naar binnen. Mijn zusje ligt onderhand vast al te slapen. Ik wil haar niet wakker maken.”
I love it when a plan comes together. Hannibal van the A-team zou trots op mij zijn. Ik lig alleen in mijn bed. De ambtenaar is lekker naar zijn eigen hok. En ik. Ik wil heel, heel, heel, snel deze avond, date en de ambtenaar vergeten. Ik moet eerlijk zeggen. Hem vergeten ging mij vrij goed af. Dagenlang reageerde ik niet op zijn berichtjes. Eikel die ik ben. Maar goed. Ik was er gewoon klaar mee. De kracht om te reageren of de energie om te vertellen dat hij niet mijn boy ging worden, had ik gewoon even niet.
Zo ben ik niet opgevoed. Wanneer mijn moeder dit zou horen zou ze mij een tik op mijn vingers geven. Ik kan haar dan ook alleen maar gelijk geven. Het is niet aardig. Het is niet charmant. Het is niet leuk. Die vent moet gewoon weten waar hij aan toe is. Overduidelijk werpt mijn ‘negeer offensief’ ook niet zijn vruchten af. Hij had niets, maar dan ook niets door. Weer ging hij verder met het delen van de life feed van zijn kutleven.
Tegen donderdag begon hij toch wat argwaan te krijgen. Nadat ik structureel al 5 dagen niet op zijn dagelijkse berichten had gereageerd, begon hij donderdagavond met bellen. Wahjoh. Dat ging mij echt even te ver. Ik app hem zo neutraal mogelijk terug: “Je had gebeld. What is up?” “Ja, ik hoor maar niets van je, dus ik denk even checken of alles goed met je gaat?”
Als er ooit een moment was om gewoon te reageren. Gewoon eerlijk te zeggen dat het hem niet ging worden. Dan is het nu. Ik probeer, zonder direct over te komen als een ijskoude bitch, hem op een aardige manier af te wijzen. Niet gelukt. Tweede poging dan. Damn. Weer niet gelukt. Bij poging drie ben ik mijn geduld toch wat verloren. “Ik merk dat je mij heel erg leuk vindt. Verliefd bent misschien zelfs wel. Ik ben dat niet op jou. Ik vind dat niet eerlijk naar jou. Je bent een lieve vent, dus dat verdien je niet. Zodoende is het beter het te stoppen.”
De boodschap moet onderhand wel zijn overgekomen toch? Ja, de boodschap is onderhand overgekomen. Hij heeft het door. Drie pogingen had het nodig. Maar we zijn er. Toch is zijn reactie ietwat anders dan verwacht. Want weer ontvang ik een bericht terug. “Als je er toch klaar mee bent, kan je dan alsnog de helft van de rekening van zaterdag overmaken? Wel zo eerlijk..”. What the fuck. De aap komt uit de mouw. Ik ben verbaasd. Flabbergasted. Maar goed, het staat er echt.
Pingback: De Ambtenaar - Deel Vier - Mug & Olifant